Het piept en kraakt als het gaat om voldoende huurwoningen
Wat de taakstelling voor het huisvesten van statushouders in onze gemeente betreft, moeten we voor de 2e helft van dit jaar nog 29 huisvesten (zie bijlage Rijksoverheid).
Hoe denkt het college dit op te gaan lossen, vooral nu Domijn haar bestand inkrimpt en zelfs tegen “urgente” gevallen al zegt dat er vrijwel geen woningen beschikbaar zijn. Wat gaat ze hierover opnemen in de huisvestingsafspraken met Domijn om verdringing te voorkomen, waar overigens nu al sprake van is.
Gewezen wordt door Martha Horstman ook op het artikel in de krant over het woondebat in Enschede waar gesproken is om eigen inwoners voor te laten gaan bij huurwoningen. Ze vraagt wat dit betekent voor onze eigen inwoners, omdat die ook moeten reageren op woningen in Enschede.
Antwoord wethouder: Wijst er op dat er een gezamenlijke taakstelling is en een beperkt aantal woningen die Domijn ter beschikking heeft. En op de vraag in hoeverre de taakstelling rondom huisvesting van statushouders gerealiseerd kan worden en in hoeverre er ook sprake is van verdringing. We kunnen onze taakstelling alleen realiseren als we een andere toewijzing krijgen omdat er met name grote gezinnen worden toegewezen, maar nu hebben we een vervolgafspraak met Domijn staan om over deze situatie te praten om eventueel te kijken of we met steun van provincie of Rijk wat meer woningen kunnen koppelen waardoor we toch grote gezinnen kunnen plaatsen. Dat betekent dan dat we een beperkt aantal woningen hoeven te realiseren in relatie tot de opgave. Dus daar zijn vorderingen in om er uit te komen. De wethouder kan zich inderdaad wel voorstellen dat als het aanbod geringer wordt er meer schaarste wordt gecreëerd. In zijn algemeenheid is het wel zo dat de wachttijd voor een gemiddelde reageerder korter is dan in de rest van het land. Maar we nemen de situatie van Enschede mee en het zal ook in het gesprek met Domijn worden betrokken.
Wat de taakstelling voor het huisvesten van statushouders in onze gemeente betreft, moeten we voor de 2e helft van dit jaar nog 29 huisvesten (zie bijlage Rijksoverheid).
Hoe denkt het college dit op te gaan lossen, vooral nu Domijn haar bestand inkrimpt en zelfs tegen “urgente” gevallen al zegt dat er vrijwel geen woningen beschikbaar zijn. Wat gaat ze hierover opnemen in de huisvestingsafspraken met Domijn om verdringing te voorkomen, waar overigens nu al sprake van is.
Gewezen wordt door Martha Horstman ook op het artikel in de krant over het woondebat in Enschede waar gesproken is om eigen inwoners voor te laten gaan bij huurwoningen. Ze vraagt wat dit betekent voor onze eigen inwoners, omdat die ook moeten reageren op woningen in Enschede.
Antwoord wethouder: Wijst er op dat er een gezamenlijke taakstelling is en een beperkt aantal woningen die Domijn ter beschikking heeft. En op de vraag in hoeverre de taakstelling rondom huisvesting van statushouders gerealiseerd kan worden en in hoeverre er ook sprake is van verdringing. We kunnen onze taakstelling alleen realiseren als we een andere toewijzing krijgen omdat er met name grote gezinnen worden toegewezen, maar nu hebben we een vervolgafspraak met Domijn staan om over deze situatie te praten om eventueel te kijken of we met steun van provincie of Rijk wat meer woningen kunnen koppelen waardoor we toch grote gezinnen kunnen plaatsen. Dat betekent dan dat we een beperkt aantal woningen hoeven te realiseren in relatie tot de opgave. Dus daar zijn vorderingen in om er uit te komen. De wethouder kan zich inderdaad wel voorstellen dat als het aanbod geringer wordt er meer schaarste wordt gecreëerd. In zijn algemeenheid is het wel zo dat de wachttijd voor een gemiddelde reageerder korter is dan in de rest van het land. Maar we nemen de situatie van Enschede mee en het zal ook in het gesprek met Domijn worden betrokken.